Van alle belangrijke werkwoorden is 'manger' de allerbelangrijkste. Twee weken al ben ik me daarvan volledig bewust, maar vandaag zit het even niet mee. Ik vergeet onderweg te eten en krijg in het laatste uur een onwijze hongerklop. Ik krijg mijn trappers niet meer rond. Op anderhalve kilometer voor finishplaats Ax-les-Thermes bevrijd ik mezelf in een supermarché. Twee grote blikken Red Bull en drie dubbele Kinderbueno's. Ik kan er weer tegen.
Uit voedsel opgenomen koolhydraten worden als glycogeen opgeslagen in lever en spieren. Van daaruit wordt het gebruikt als makkelijk aanspreekbare energievoorraad. Is die voorraad op, dan gaat je lichaam over op vet- en eiwitverbranding. En dat is tijdens het beoefenen van duursport niet goed. Je hebt een kloppend gevoel naar honger. Iedere wielrenner kent dat, die zogenaamde hongerklop. In het begin denk je hem nog te kunnen negeren, maar als je prestaties zichtbaar minder worden kun je hem maar het beste omarmen en nemen zoals hij is. Bij-eten is het enige dat je moet doen. Alleen het laatste waar je tijdens een hongerklop zin in hebt, is eten.

Mijn hongerklop komt volledig onverwacht uit de lucht vallen en treft me als ik aan het afdalen ben naar Tarascon-sur-Ariège. Ik fiets vandaag negentig kilometer en de drie beklimmingen zitten allen binnen de eerste dertig daarvan. Ik bedwing de Col de Latrape, de Col d'Agnes en de Port de Lers met gemak. Dat kost me alleen zoveel energie dat ik in het zestig kilometer lange restant van deze etappe lastig krijg. Na de derde klim heb ik allerminst behoefte aan eten en ik denk het vervolg eigenlijk wel met een colaatje af te kunnen doen. Maar twintig kilometer voor het einde van mijn rit ben ik volledig leeg.
Ik ben nog wat slaperig als ik iets voor half tien op mijn fiets stap. Het valt dan ook niet mee om een goede nachtrust te pakken in een twijfelaar van hoogstens één meter twintig breed bij één zestig lang. Wat een nacht! Het ontbijt dat geserveerd wordt is echter goed en ik laat me de croissants en chocoladebroodjes goed smaken. De Franse koffie is weer slappe hap zoals gewoonlijk en krijgt me onvoldoende wakker. Dat doet de Col de Latrape wel. Direct vanuit de start mag ik aan het werk. De eerste zeshonderd hoogtemeters van de dag krijg ik direct al in de eerste tien kilometer voor de kiezen.
De Latrape staat voor eeuwig en altijd op mijn lijst van afgevinkten. Het is een col waar ik niemand voor het plezier naar toe zou sturen en ik zal er zelf ook niet snel terugkeren. Niets bijzonders dus. Ik fiets vandaag in een dichtbebost gebied van de Pyreneeën en dat vind ik toch minder. Geef mij maar open vlaktes met groene vergezichten. Het weer is vandaag ook al niet erg goed. Omdat het fris is heb ik armwarmers en beenstukken aan en fiets het grootste gedeelte bovendien met drie laagjes boven. Geen overbodige luxe, want op de top van de Col d'Agnes is het nog geen drie graden. Er blijkt daar helaas ook geen barretje of restaurant om op te warmen.



Het wil in de bergen nog wel eens voorkomen dat het er aan de ene kant totaal anders uitziet dan aan de andere kant. Op de Agnes is dat vandaag ongeveer zo. Ik klim in bebossing en dichte mist omhoog, maar eenmaal over het topje zie ik tot mijn aangename verrassing een open landschap. En daar is de mist ook een stuk minder, alsof die niet over te top kan geraken. Het is nog steeds erg koud, maar ik mag in het door mij zo geliefde landschap fietsen van de Agnes naar de Port de Lers. Ik tel tweehonderd koeien onderweg en halverwege toch het beloofde hutje waar ik mijn cola bestel. Men heeft er de open haard aan!
Vanaf de Port de Lers is het dertig kilometer afdalen naar Tarascon. Op fonkelnieuw asfalt voelt het alsof ik mijn fiets mag uitlaten. Een werkelijk schitterende afdaling. Het laatste stuk trap ik op een drukke weg tussen de autos ruim vijftig per uur weg op het buitenblad. Dat duurt alleen geen uur en dus schiet ik er ook lang geen vijftig kilometer mee op. Al voordat ik Tarascon-sur-Ariège bereik voel ik mijn lichaam minder worden. Ik weet dat ik móet eten maar heb totaal geen zin. Bovendien heb ik niets bij me en zie ik nergens een tent waar ik inkopen kan doen of waar ik aan kan schuiven. "Komt straks wel", denk ik.

Vanaf Tarascon is het nog vijfentwintig kilometer dalen naar Ax-les-Thermes. Het voelt als dalen, maar in werkelijkheid klim ik op dit stuk nog weer driehonderd hoogtemeters. Ik voel alle energie uit mijn lijf vloeien. Ik slinger gevaarlijk op een autoweg waar er voor slingeren nul komma nul ruimte is. Ik ben duidelijk slecht en heb suikers nodig. Steeds langzamer kruipen de kilometers onder mij door. Waar ik eerder vandaag nog dacht de Col de Chioula er even bij te doen als toetje, peins ik er nu niet over. Dan opeens, op twee kilometer van het hotel, een supermarché. Tot ziens hongerklop! Op mijn hotelkamer stuiter ik van de energie...