Op de berg waarop ik afwisselend sta, lig en zit, staan donderdag tienduizend wellicht twintigduizend man uitzinnig te zijn. Ze hebben allemaal een wit shirt met rode bolletjes aan. Die hebben ze gratis gekregen, of anders wel ergens wat minder gratis weggegrist. Ik heb een dergelijk shirtje niet weten te bemachtigen wat op zich best knap is als je je bedenkt dat er ongeveer een miljoen van in het publiek zijn gegooid. Maar het gaat mij om het principe. Je mag namelijk pas een zogenaamde bolletjestrui aan als je het bergklassement leidt in de Tour de France. En dat doe ik niet, net als die twintigduizend anderen.
Met zijn allen zijn we op bezoek bij de koninginnenrit van de Tour de France van 2019 en we staan op de Col du Galibier. Die hebben we zelf allemaal eerst opgefietst of gelopen, want de laatste acht kilometer vanaf de Col du Lautaret is speciaal voor deze dag autovrij. Wel staan er honderden campers die zich al eerder in de week hebben verzekerd van een mooie plek. Maar de allermooiste plek van iedereen blijk ik uiteindelijk zelf te hebben. Precies voor mijn neus - om iets voor vijf uur in de middag - lost namelijk de gele trui. Fransen in paniek! Ritwinnaar Nairo Quintana alsmede de nieuwe drager van de échte bolletjestrui Romain Bardet heb ik dan al zien langskomen.
Omdat ik geen idee heb tot welk moment de weg voor fietsers geopend blijft, zit ik donderdag al vroeg in het zadel. Ik weet ook niet hoelang ik over de dertig kilometer lange klim naar de Lautaret ga doen en neem het zekere voor het onzekere. Zwaar bepakt ga ik omhoog. In mijn rugzak zit een regenjas, twee pakjes TUC, drie flesjes cola en twee liter water. Ik verwacht de hele dag in de brandende zon te moeten doorbrengen, dus heb ik mijn voorbereidingen getroffen. Dit in tegenstelling tot veel van die andere twintigduizend man; sommige fietsers hebben zelfs hun helm thuisgelaten. Alsof een afdaling onder normale omstandigheden of deelname aan het verkeer überhaupt nog niet gevaarlijk genoeg is, laat staan in complete chaos.
Op de Lautaret ben ik veel eerder dan verwacht, maar dan is het er al een groot feest. Alsof de Colombianen al weten dat Quintana later op de dag zal gaan winnen, gieten ze het bier als flinke voorbode op de zege naar binnen. Van enige vorm van vijandigheid is totaal geen sprake, want onafhankelijk het land van herkomst blijkt iedereen vooral wielerliefhebber. Ik vervolg mijn weg richting de Galibier. Hoewel de gendarmerie al nauwlettend in de gaten houdt wie met welk voertuig omhoog gaat, doen ze nog niet moeilijk tegen fietsers. In de acht kilometer lange klim richting de top zoek ik een plek waar ik me kan nestelen. Die vind ik vierhonderd meter onder de top, welke ik uiteraard nog wel eerst even bezoek.
Na vierhonderd meter afdalen klik ik uit de pedalen ter hoogte van een groot rotsblok waarop nog de naam van Gianni Bugno met verf staat geschreven. Mijn buren, die zich ook net uitstallen, hebben een grote Duitse vlag opgehangen en er blijken veel meer Duits sprekenden om mij heen. Ik smeer me dubbel in met zonnebrand, drink de eerste fles water in één teug leeg en dan kan het grote wachten beginnen. Het moet dan nog twaalf uur worden.
Ik probeer gedurende de dag wat te slapen, maar er is een te groot tafereel gaande waar ik elke keer weer wat nieuws van wil zien. Gelukkig brandt de zon er minder hard op dan voorgaande dagen dus is het bovendien erg goed vertoeven op zesentwintighonderd meter. Uren verstrijken en gaan voorbij met het loeren naar andere mensen. Vooral het moment dat de politie besluit de weg ook verder af te sluiten voor fietsers is enerverend om te zien. Stel je eens voor dat je vierhonderd meter onder de top van de Galibier te horen krijgt dat je niet verder omhoog mag. De reacties lopen dan ook zeer uiteen en sommigen wagen het erop. Voor ik er erg in heb komt de eerste wagen van de Tourkaravaan langs, waarna dit circus ruim een uur aanhoudt!
Via het thuisfront word ik op de hoogte gehouden van het koersverloop en het is dan ook geen verrassing als Quintana de eerste renner is die passeert. Ik sta versteld van de enorme snelheid op dit misschien wel steilste stuk van de Galibier, absoluut ongekend. Achtereenvolgens komen Bardet en Bernal langs, en daarna de groep van de gele trui. Of eigenlijk van de niet gele trui, want die is net aan het lossen. Het is een schitterend schouwspel dat zich voor mijn neus afspeelt en voor letterlijk nog geen dubbeltje zit ik eerste rij! Andere renners die passeren rijden in groepjes of alleen maar gaan een stuk langzamer. Als ikzelf net begonnen ben aan de afdaling, komt de laatste renner in koers nog omhoog. Bijna niemand die hem ziet, want na de passage van Sagan is vooral iedereen met zichzelf bezig!
De afdaling van de Galibier is een grote polonaise van bolletjestruien en gele hoedjes. Sommige mensen kunnen geen geduld opbrengen en halen rare capriolen uit om uiteindelijk misschien een minuut eerder terug bij het hotel te zijn. Ik neem mijn verlies, gedraag me netjes en vervloek die enkele waaghalzen binnensmonds. Van de top van de Lautaret tot aan Briancon zit ik in een heerlijk groepje hardrijders. Ik ken de afdaling nog van woensdag en ga bijna dertig kilometer voluit. We halen langzaam rijdende campers van allerlei groottes in, rijden kop over kop en zijn allen in mum van tijd beneden, waar iedereen zonder elkaar te bedanken een andere kant op schiet. Wielerliefhebbers.