Tweeënzeventig kilometer per uur geeft mijn Garmin-fietscomputer aan. Als een kind zo blij met mijn fonkelnieuwe achterremkabel suis ik Superbagnères af. Om moeders gemoedstoestand te bewaren zijn daar geen beelden van. Feitelijk zijn die er wel, maar het is beter om te zeggen dat die er niet zijn. Tweeënzeventig wordt later door Strava naar zesenzestig bijgesteld, maar het gaat hard. Ik voel me super, ik voel me veilig. Ik straal, geniet, en ik schreeuw het uit van plezier.
Als ontbijt heb ik vanochtend zesentwintighonderd hoogtemeters gegeten en als aperitief krijg ik nu veertig kilometer dalen naar mijn kasteel. Het gaat er in als Deventer Koek. In totaal zit ik vandaag bijna zes uur in het zadel. Ik trap nagenoeg honderdvijftien kilometer weg alsof ze vlak zijn. Alsof het de kilometers tussen Raalte en Deventer zijn waarvan ik er dit jaar duizend deed tussen woon en werk. Ik fiets dan wel zonder bepakking - dit is weer zon rustdag - maar ik geloof dat mijn lichaam de afgelopen weken nog niet zo super aanvoelde.
Om één uur 's middags ben ik terug in Bagnères-de-Luchon, alwaar gister nog mijn etappe startte. Ik heb net veertig kilometer gefietst en ben over de Port de Balès via een stukje afdaling van de Peyresourde terug bij af. Letterlijk terug bij af, want de bikeshop zit hier dicht. Het is dan wel Mardi, ik had even buiten de siësta in dit Spaans georiënteerd stuk Frankrijk gerekend. Ik moet een uur wachten en die tijd benut ik in het restaurant. Cola uiteraard, met biefstuk en Franse frieten. Stipt om twee uur stap ik de fietsenwinkel binnen. Een half uur later is mijn Cube klaar. Kosten: 9 euro!
Met hernieuwd vertrouwen in het materiaal zet ik in koers richting Superbagnères. Helaas geen bordjes met daarop de aanduiding van afstand tot de top en gemiddelde stijgingspercentage voor de komende kilometer. Het profiel van de klim zit echter keihard in mijn hoofd gestampt, geramd. Negentien kilometer tegen zeven komma twee. De goede benen van de Balès heb ik nog steeds bij me. Zeg maar gerust superbenen. Net als in de ochtend voel ik nergens de behoefte met de voeten aan de grond te gaan. Alleen een kudde koeien midden op de weg dwingt me bijna af te stappen, maar ze laat me door. In één ruk boven, geen actiefoto's.
In een soort Avondetappe-achtige setting schrijf ik de memoires van vandaag op. Ik zie hem zo zitten, hier voor het chateau. Mart Smeets. Hij heeft blote voeten in zijn blauwe suede schoenen. Hij klikt wat met zijn pen. Aan de grote ronde tafel die midden in de tuin staat, zitten hij en drie of vier willekeurige gasten uit de rijke vaderlandse wielergeschiedenis. Er wordt gelachen, er wordt gepraat en er wordt gedronken. Rode wijn. Mart brengt een toost uit op het goede leven. De camera zoomt uit. Er wordt een muziekje gestart. Het is Dalida. En Parijs is nog ver.
De Avondetappe wordt nooit meer zoals hij was. De Avondetappe hoort namelijk met Mart Smeets en die werkt daar niet meer. Bij de NOS gaan ze toch de Avondetappe weer vanaf locatie in Frankrijk doen. Een verkenningsmeneer heeft eerder dit jaar al mooie pleintjes en chateaus bezocht. Zijn oog is onder andere gevallen op Chateau Serre Barbier in Saint-Béat, het kasteel waar ik twee nachten mag logeren. Op 9 juli kijk ik dus met extra belangstelling naar de NOS. De Avondetappe is dan hier. Met Herman van der Zandt. Die wordt later een soort Mart Smeets.
Dat de NOS-meneer zijn oog op dit prachtig gerenoveerd kasteel heeft laten vallen, zegt alles over dit verblijf. De gastvrijheid is zeer groot en ook binnen in het kasteel is alles tot in de puntjes verzorgd. Er is zelfs een speciale wasmachine voor gasten, dus daar heb ik gretig gebruik van gemaakt. Vandaag stink ik al niet meer op de fiets. Ik ruik naar de Amandel-shampoo die ik 's ochtends gebruik. Vliegen zijn daar niet dol op, weet ik. Morgen doe ik dat trucje weer. Lekker fietsen zonder fladderend ongedierte om mijn kop.
Vanavond heb ik hier nog even mijn eigen Avondetappe. Ik drink geen rode wijn, maar bier. Dat vind ik lekkerder dan rode wijn. Ook kan ik met bier makkelijker mijn vochtgehalte aanvullen dan met rode wijn, want bier drinkt sneller weg. Voor de rest is alles hetzelfde. Ik praat wat, ik beschouw de dag en ik luister muziek. Het Euro 2016 is bezig, maar ik geef de voorkeur aan Franse chansons. Het bezorgt me een super vakantiegevoel. Leven zo vrij als God in Frankrijk. Mijn lichaam is straks moe, maar in mijn hoofd ben ik vrij.