Michael Rasmussen was een beetje een vreemde wielrenner. Bezeten was hij. Toen heel Nederland in 2007 kennis maakte met deze broodmagere Deen, wisten wielervolgers dat al een tijdje. Rasmussen kon, al dan niet geholpen door verboden middelen, verschrikkelijk hard bergop rijden. Omdat hij zo mager was, zei hij zelf daarover. Dat bracht hem tot tweemaal toe de bolletjestrui in de Tour de France en die stond hem goed. Eigenlijk veel beter dan een gele trui, die hij - later bleek terecht - van de Rabo-ploegleiding niet naar Parijs heeft mogen brengen.
The Chicken werd hij genoemd. Vanwege zijn bleke en tengere uiterlijk. Rasmussen stond er om bekend als wielrenner alles zo licht mogelijk te willen hebben om de zo door hem geliefde cols makkelijker te kunnen bedwingen. Standaard fietste hij rond met een kaal hoofd, want dat scheelde weer in gewicht. Ieder overbodig schroefje werd uit zijn fiets gesleuteld om bergop maar zo licht mogelijk te zijn. Tijdens zijn bedrogen Tour van 2007 woog hij zestig kilogram. De bezetenheid van Rasmussen zette me in de zomer van 2015 aan het denken en bracht me in een soort van verslavend koolhydraat-arm dieet. Ik viel twaalf kilo af. Kilo's die allemaal de bergen niet over hoeven te worden gesleept. Op twee na, want die zijn terug. Daarmee kan ik nog steeds niet verschrikkelijk hard bergop fietsen en ik denk er ook niet aan om mezelf in een bolletjestrui te hijsen.
Maar sinds vanavond lijk ik zelfs ook een beetje op Michael Rasmussen. Qua uiterlijk kom ik een beetje in de buurt, want ik heb mijn haar gemillimeterd tot Coupe Rasmussen. Met een kale kop moet ik over enkele dagen de Pyreneeën in. Want dat scheelt gewicht, zo heeft The Chicken mij geleerd. Maar liefst enkele honderden grammen. En bovendien hoef ik geen tube gel mee de Marie-Blanque, Tourmalet en Peyresourde over te slepen. Ook dat scheelt weer gewicht in mijn rugzak. Als ik straks helemaal kapot zit richting de Col de la Pierre-Saint-Martin, houd ik mezelf voor dat het zwaarder had kunnen zijn. Ik had immers ook die andere rugzak op mijn rug kunnen hebben van 800 gram zwaarder, of ik had het stokje van mijn tandenborstel níet afgezaagd kunnen hebben. Ik had reservebatterijen voor mijn fietsverlichting op mijn rug bij kunnen dragen. Allemaal gewicht.
Nu ik dit zo opschrijf, kom ik tot het besef dat dit zelf toch ook wel tot het bezetene af moet klinken. Het is één van de meest gehoorde tips, maar welke uitslover knipt zijn tandenborstel nou door midden omwille van minder gewicht? Ik kan mezelf straks niets verwijten en het gewicht dat ik mee de bergen over sleep is het minimale. Misschien laat ik het ANWB-woordenboekje Frans-Nederlands nog wel thuis, of die derde onderbroek. Want zou ik die echt nodig hebben?