Het valt nog niet mee om met een goede topfoto thuis te komen. Je moet namelijk met nogal wat factoren rekening houden. Zoals dat het bordje met de zojuist beklommen col wel goed leesbaar is, dat je fiets op de foto staat en dat je zelf het liefst nog een beetje recht in de camera kijkt en lacht. En dat je er zelf helemaal op staat en bij voorkeur voor de rest helemaal niemand. Kortom, een heel gedoe.
Op de Tourmalet laat ik mijn topfoto net als donderdag bij Troumouse maken door een Spanjaard. Die van vandaag heeft er niet zoveel van begrepen. Vier foto's neemt hij in totaal, dus dan zal er vast een goede bij moeten zitten. Niets is minder waar. Op de eerste foto staat een iets te dikke wielrenner te kort naast me. Op foto nummer twee komen er net twee Britten het beeld ingereden en op foto drie worden mijn voeten halverwege afgehakt. Mooie lucht, dat staat er dan weer wel op. Minpuntje aan foto vier is een stukje van de vinger voor de lens van mijn iPhone. Ik ga voor foto drie, de uiteindelijk beste van vier slechte opties.
Persoonlijk hecht ik steeds minder waarde aan die zogenaamde topfoto's. Door alle stickers is vaak niet eens meer te zien met welke berg je het genoegen hebt en bovendien laat de herinnering van de klim zich niet vastleggen in zo'n stilstaand portret. Op Luz-Ardiden vergeet ik er een te maken en op Hautacam is er niet eens een bordje. Op de Tourmalet is dat anders, al speelt dan hier de drukte weer een rol. Je moet bijna in de rij voordat jij met je fiets voor de Géant mag gaan staan. Eenmaal aan de beurt is het klik, klik, klik klaar en je bent zo vier slechte foto's verder.
Mijn eerste herinnering aan Col de Tourmalet ga ik dan ook niet uit deze topfoto halen. En ook niet uit andere foto's, want ik stap de hele beklimming niet af. Ik weet niet wat twee dagen fietsen zonder bepakking precies met mijn lichaam heeft gedaan, maar ik ben vandaag beresterk. Op deze col van de buitencategorie ga ik in één ruk naar boven en word ik door niemand ingehaald. Onvoorstelbaar. Ik word niet ingehaald op de grootste col van de Pyreneeën. De berg die al meer dan zeventig keer is bedwongen in de Tour de France. Ik beloon mezelf met een Solero-ijsco op de top en een cola, die door de Solero nergens meer naar smaakt.
Vanaf de top van de Tourmalet is het veertig kilometer fietsen naar Arreau, mijn volgende standplaats. Het worden veertig regenachtige kilometers. De afdaling van de Tourmalet ligt volledig in de mist. Ik stop na twee kilometer om arm- en beenstukken aan te doen, alsmede een extra windstopper onder de regenjas tegen de kou. Ik heb het ijskoud. In het begin vind ik de miezerige motregen nog wel lekker, maar op een gegeven moment kun je van miezeren nauwelijks meer spreken. Volledig doorweekt kom ik beneden. Daar duik ik de eerste de beste bar in die ik tegenkom. Ik snak naar Franse koffie.
Enigszins opgewarmd vervolg ik de weg naar Arreau. Alleen de Col d'Aspin moet ik nog even over. Het blijkt een heerlijke klim te zijn tegen niet al de grote stijgingspercentages. De regen houdt aan, maar ik merk dat het me weinig interesseert. Ik zit heerlijk op mijn fiets. Toch stap ik af, want het gaat me niet gebeuren dat ik met helemaal geen zelfgeschoten foto in het hotel aankom. Ik ga een nieuwe lading 'actiefoto's' maken van mezelf. Hierbij de uitleg hoe ik dat doe.
Ik zoek een mooie plek uit en bepaal hoe de foto moet gaan worden. Mijn Gopro Hero 3+ Black schroef ik op het statief en ik stel de timelapse-functie in. Vandaag staat de ontspanner op één foto per halve seconde. Het statief wordt gepositioneerd waar ik het wil hebben en vervolgens fiets ik meerdere keren langs. Dat ziet er voor voorbijgangers gek uit. Zo wil het voorkomen dat ik een haarspeldbocht wel vijf tot tien keer omhoog en omlaag fiets. Net zolang tot ik denk dat er wel een topfoto bij zit. Zoals gezegd, het maken van een topfoto is een heel gedoe.
Dit ritueel herhaal ik op de Aspin in totaal vier keer. De laatste variant schiet ik als ik boven ben. Ik verwacht daar een restaurantje of bar, maar de Aspin ligt er godsverlaten en in de mist bij. Met een appje op mijn iPhone kan ik er zelfs meer of minder mist en regen bijmaken als ik dat wil. Ik ben als Sylvie Meis. Er verschijnt van mij geen enkele foto niet geretoucheerd online. De plaatjes die ik post zijn duidelijk met filter. Alleen ikzelf weet hoe het hier echt is. Geloof me, het is prachtig en dat wat je op de foto's ziet komt aardig in de buurt...