Italianen fietsen niet op het fietspd. Ze zijn er wel, fietspaden, maar ze worden door Italianen gewoon niet gebruikt. Ze zullen vast iets vinden dat een fietspad niet verplicht is om te gebruiken, als je ook gewoon op de openbare weg je kilometers kunt maken. Moeten ze zelf weten, ik zoek de fietspaden zo veel mogelijk op en over het algemeen liggen die er prima bij. Bijvoorbeeld kaarsrecht langs de snelweg tussen Como en Milaan. Een schitterend fietspad, nog nooit door iemand gebruikt behalve door mij. Het zijn dertig relatief razendsnelle kilometers.

Het is overigens wel duidelijk waar Berlusconi zijn prioriteiten tijdens zijn regeerperiodes heeft gehad. Natuurlijk in eerste instantie bij zichzelf en allerlei pleziervakanties en feestjes, maar verder lagen zijn prioriteiten vooral in Milaan. Toen ik zaterdag de grens tussen Zwitserland en Italië over ging viel het me al op dat het asfalt er aan Italiaanse zijde beroerd bij lag. Het is echt goed opletten om met je voorwiel niet in een of ander gat of scheur in de weg te raken, want de problemen zijn dan niet te overzien. Maar hoe dichter bij Milaan, hoe beter het asfalt. En hoe verder weg bij Milaan, want dat ben ik inmiddels aan het doen, hoe slechter de staat.
Het mooiste stukje asfalt dat ik zondag tegenkwam lag natuurlijk in Monza. Op weg naar Milaan moet je haast moeite doen om niet langs het Autodromo di Monza te komen, dus vanuit nieuwsgierigheid ben ik direct maar even een kijkje gaan nemen. Wat blijkt, het Formule 1-circuit is gewoon dagelijks geopend voor bezoekers en bovendien fietsvriendelijk, zo verkondigt zij zelf ook met bordjes bij de ingang. Ik kom tot op tien meter van het werkelijke circuit, maar daar wordt ik door een marshall tegen gehouden. Het zou schitterend zijn geweest om een rondje te mogen fietsen en misschien had dat normaal ook wel gekund, maar Monza is druk in opbouw voor de Grote Prijs van Italiië volgende week.

Tom Dumoulin mocht nog niet zo heel lang geleden wel een rondje op dat schitterende asfsalt rijden, alvorens hij linksaf sloeg naar Milaan. De afsluitende tijdrit van de Giro startte immers op het autodromo en eindigde bij de Dom van Milaan. Als ik de roze trui had gedragen, zou ik hem gisteren wel tien keer zijn verloren. In mijn tijdrit van Monza tot Milaan moest ik wel twintig keer wachten voor een stoplicht, had ik geen vrij baan, nam ik minstens drie keer een verkeerde afslag, werd ik in Milaan via eenrichtingsverkeer de verkeerde kant opgestuurd en was ik met mijn bepakking natuurlijk veel te zwaar om een goede tijd meer te zetten. En een geboren tijdrijder ben ik geloof ik ook al niet.
Het Piazza del Duomo in Milaan was een van de hoofddoelen van de culturele citytrip door Italië. Net als Pisa, Florence en Siena, stond van tevoren vast dat ik hier langs wilde gaan. Ik heb de Dom alleen van de buitenkant gezien, maar dat is op zich wel een fantastisch ding. Ruim een uur heb ik er van kunne genieten, want recht tegenover zette ik me op een terrasje neer alwaar ik een Pizza Margherita voor twaalf euro en een extra large Coca Cola voor vijftien euro bestelde. Oeps. Op het moment was die extra grote cola misschien een beetje domme keuze, maar uiteindelijk was het nog niet zo'n gek idee.

Het was immers weer eens zondag en ook in Italië zit alles dan potdicht. Zijn wij in Nederland echt zo vooruitstrevend, of zijn de tankstations bij ons ook hele zondagen gesloten? Van Milaan tot aan Novara is het nog vijftig kilometer serieus trappen in verzengende hitte. Allereerst ga ik bij het Giuseppe Meazza stadion langs (ik ben er nu toch) en vervolgens verder naar het westen. Honderden tankstations geteld en overal kun je self-service tanken, maar nergens een kraantje of een shop die open is. Eén keer kan ik bijvullen als het tankstation gekoppeld zit aan een Burger King. Standaard recept: waterijsje en Red Bull.

Verkoeling is echt een probleem aan net worden en ik spreek op 103 kilometer met mezelf af dat ik bij de eerste de beste serieuze schaduwplek, een half uur pauze neem. Op 103,3 kilometer zit ik uit te puffen voor een gesloten tankstation. Ik heb geen zin om verder te trappen maar zet me ertoe een hotel twintig kilometer verderop te boeken, zoals gepland in Novara. Geen idee waar ik het vandaan haal, maar die laatste twintig kilometer gaan gelukkig dan wel weer heel snel voorbij. Haast onmogelijk gezien de staat van het asfalt. Eens zien wat vandaag brengt, want ik moet nog verder richting het westen en wijk een klein beetje af van de originele route.