De aangename ontdekking van zonnebrand-prik in je ogen

Gepubliceerd op maandag 20 maart 2017 in Tenerife 2017

Mensen die me nu wat langer kennen of eerder wat berichtjes hebben gelezen, zullen trots op me zijn: ik heb me al twee dagen ingesmeerd met zonnebrand. Dat is hier ook wel nodig, want de temperatuur van 23 graden brandt er op als 35. Kom je wat hoger, dan daalt de temperatuur zoals gezegd aanzienlijk en zijn arm- en beenstukken haast noodzakelijk om het aangenaam te hebben. Aangenaam voor zover aangenaam kan zijn, want bergop fietsend doen de benen zeer. Ze staan in brand...

Sinds twee dagen heb ik echter een remedie tegen die bewuste brand in de poten en dat is namelijk zonnebrand. De meest aangename bijwerking van zonnebrand is dat het zo prikt wanneer het in je ogen komt. Stel je de volgende situatie voor: je benen doen nog zeer van de vorige dag, je hamstrings zijn zo stram als maar kan en je krijgt de ene trapper nauwelijks voor de ander. Je denkt aan een voet aan de grond, aan omkeren of aan afstappen. En dan, plots, een zweetdruppel met zonnebrand-prik in je ogen. Een vloek, een traan. Maar ook direct voel je de benen niet meer. De prik in de ogen is helser dan de brand in de benen. Bergop fietsen was nog nooit zo makkelijk.

De noord, west en zuidkant van Tenerife heb ik inmiddels gezien en ik ga niet onder woorden proberen te brengen hoe geweldig mooi het hier is. Ieder woord zou de natuur, die zeer uiteenlopend is, te kort doen. In het noorden regent het duidelijk vaker, want alles is er groen en staat in bloei; het zuiden is dor en droog. Het centrum van het eiland wordt getekend door de vulkaan El Teide. Alle natuurkleuren kom je bovenop tegen en hoewel ik er nooit ben geweest, lijkt het er op de maan. Als de Mont Ventoux al maanlandschap wordt genoemd, dan is El Teide het zeker. Donker lava-gesteente afgewisseld met rode rotsformaties met groen-geel-paarse begroeiing. Het kleurenpalet is hier fantastisch.

Drie dagen fietsen heeft inmiddels geresulteerd in 175 kilometer en 5.500 hoogtemeters. Dat leidt tot een relatieve rustdag op dag vier, als ik het opnieuw tegen El Teide opneem maar halverwege rechts af zal buigen terug naar zee. De vermoeidheid van zondag hakt er immers stevig in: klim maar eens vijftig kilometer lang onafgebroken vanaf 0 naar bijna 2.400 meter. Hooguit drie kilometer zonder spanning op de benen. Dat kan ook anders en dus doe ik vandaag een keer minder, minder, minder klimwerk. Geheel tegen mijn natuur in, geheel rationeel: stoppen halverwege Teide is nog altijd zwaarder dan Mont Ventoux. Ik heb er geen zin in!