Zevenennegentig kilogram exclusief bepakking. Veel te zwaar om soepel de bergen over te gaan. Mijn lijf heeft eigenlijk niet echt de bouw om fietsen door de bergen er als hobby op na te houden. Dan kun je nog zulks een licht verzet op je blauwe Canyon steken, al die kilogrammen moeten echt mee omhoog. Plus die extra ballast dat dagelijks op de rug hangt, dat is toch ook al gauw een zak aardappelen, zo niet twee. Ik kan niet zeggen dat ik het me hier heel erg makkelijk heb gemaakt. Een vakantie aan het strand kost waarschijnlijk minder moeite, al houd ik dat geen drie dagen vol.
Als ik zaterdag echter de Monte Zoncolan beklim, een van de bruutste beklimmingen in Europa, ben ik nog steeds te zwaar maar voel ik me zo licht als een veertje. Na de overgangsetappe van eerder die dag heb ik twee tassen kunnen achterlaten in het hotel. Het is de troefkaart die ik hier op de laatste volle dag in Italië uitspeel. Het scheelt acht tot tien kilo zeker wat ik niet mee naar boven hoef te zeulen. En dat merk ik vrijwel direct. Al in de eerste meters fiets ik rond alsof ik mijn vleugels heb uitgeslagen. Ondanks tachtig kilometer in de benen zit er nog heel goede stamp op. En de moraal, die is geholpen door de bevestiging van Tre Cime di Lavaredo, torenhoog!
De Monte Zoncolan wordt bevreesd en bemind door wielerliefhebbers. Velen willen er hier naar boven, zeggen ze. Omdat hij redelijk uit de buurt ligt van de echte wielerhotspots in de Dolomieten, zal het voor wat betreft de Zoncolan bij velen voor altijd alleen bij willen blijven. En dan moet je je afvragen of je het echt wel wilt. De Monte Zoncolan wedijvert nu een jaar of tien met de Alto de Angliru in Spanje, om wie de zwaarste klim van Europa is. Of eigenlijk doen de organisatoren van de Giro en de Vuelta dat. Puur statistisch gezien is de Zoncolan zwaarder, want een hoger gemiddelde stijgingspercentage. De Angliru heeft echter hogere uitschieters. Van lekker fietsen kan op beide bergen geen sprake meer zijn, zo steil.
Ik beklim de Zoncolan zaterdag vanaf Sutrio. Mensen die deze berg nog nooit hebben gefietst, noemen dat de makkelijke kant. Het klopt, van de drie zijden van waar je hier naar boven kan is de Sutrio-kant het meest vriendelijk. Maar zoals een local me halverwege de klim ook in woord en gebaar wist uit te leggen, bestaat er van de Zoncolan geen makkelijke kant. De aanloop van negen kilometer zijn redelijk tot goed te doen en vergelijkbaar met de Passo di Giau (die was vreselijk zwaar toch?), het slotstuk slaat alles. Afgelopen voorjaar slingerden de profrenners tijdens de Giro hier ook naar boven. Meter voor meter kwamen ze zichter bij de finish, ook vanuit Sutrio. Dat het vanaf hier de makkelijke kant zou zijn, is lariekoek.
Geholpen door mijn vleugels vlieg ik de eerste negen kilometer op. Ik merk nu pas hoe erg getraind mijn benen inmiddels zijn na bijna twintigduizend hoogtemeters in tien dagen ik het hooggebergte. En ze zijn nog goed. Na een grote parkeerplaats op negen kilometer verandert de brede en goed geasfalteerde weg in een smal paadje. De percentages schieten omhoog, naar dertien, veertien, vijftien, zestien en zelfs zeventien en achttien. Nergens plek om even op adem te komen, nauwelijks ruimte om heel kort de spanning van de benen te halen. Ik hark en zwoeg mezelf naar boven. Op vijfhonderd meter van de top gaat het bijna mis. Ik sta stil, raak met mijn voorwiel bijna in het gootje naast de berm en vrees kort dat ik ga vallen. Dat leed blijft me bespaard. Met een ultieme krachtsinspanning geef ik mijn stuur een slinger naar rechts en houd ik mijn wiel op het asfalt. Ik ga het redden.
In de laatste driehonderdvijftig meter kan ik mijn tred warempel wat versoepelen. Het wegdek vlakt hier wat af, terug naar ongeveer twaalf procent. Het voelt als een procent of vier, want meters ervoor was het nog zwoegen op stukken van achttien. Snel gaat het natuurlijk nog steeds niet, maar toch sneller dan daarnet. Als ik me afvraag of ik met bepakking überhaupt wel boven zou zijn geraakt, zie ik de finish. Geen restaurant of finishboog op de top. Wel een kale parkeerplaats en voor de fietsers hebben ze er een houten bord neergezet waar je een foto kunt maken. Monte Zoncolan, check. Streep er door!